Caghon werd wakker, hij herrinderde zich niks. Waar ben ik? Hij zag een flits door zijn hoofd, hij zag honderden mensen, vechtend tot de dood.
Hij herkende de mensen niet maar hij kreeg toch verdriet in zich.
Hij stond op, en keek om hem heen. Hij liep naar een meer. Hij zag zichzelf in het water. Hij kon niks herrinderen maar toch was ie verbaast. Hij raapte een zwaard op. Een zwaard? Hier?
Hij stak het zwaard in zijn riem. Caghon had ook een boog om zijn rug. En hij had een mes in zijn hand.